Vaste planten prikkelen de zintuigen, verbeteren het stadsklimaat, vragen weinig onderhoud en zijn zeer aantrekkelijk voor bijen en vlinders. Een afwisselende beplanting, met veel verschillende soorten, heeft bovendien een positief effect op het welzijn van mensen. Openbaar groen kan dankzij vaste planten dus kleurig, ecologisch waardevol én onderhoudsvriendelijk worden.
Een kleurige uitstraling, verrijking van het openbaar groen en lage beheerskosten. Deze beloften maken vaste planten allemaal waar. Ze komen elk voorjaar weer op om opnieuw te groeien en bloeien. Sommige soorten zijn wintergroen of hebben een fraai wintersilhouet. Een beplantingsplan dat alleen uit vaste planten bestaat is daarom heel geschikt voor bijna alle situaties waar een fraaie, maar sterke beplanting gewenst is. Bijvoorbeeld verhoogde plantvakken, boomspiegels, bermen, parken en rotondes.
Lage onderhoudskosten
Het eerste jaar na de aanleg is een beplanting met vaste planten bewerkelijker en duurder dan een beplanting met bijvoorbeeld heesters. Maar al binnen enkele jaren zijn vaste planten juist voordeliger, vooral door de lage onderhoudskosten. Inmiddels is er veel onderzoek gedaan naar sterke vaste planten die geschikt zijn voor toepassing in het openbaar groen. Gelukkig is er voldoende keuze. Geschikte soorten zijn onder andere vetkruid (Sedum ‘Herbstfreude’), gele zonnehoed (Rudbeckia), vrouwenmantel (Alchemilla), herfstanemonen (Anemone), Kalimeris, duizendknoop (Persicaria), brandkruid (Phlomis) en kattekruid (Nepeta). Als wintergroene bodembedekkers kan gekozen worden uit dikkemanskruid (Pachysandra), schoenlappersplant (Bergenia), ooievaarsbek (Geranium macrorrhizum), kruipend vetkruid (Sedum spurium), goudaardbei (Waldsteinia) en veldbies (Luzula). Sterke siergrassen voor openbaar groen zijn lampenpoetsersgras (Pennisetum), pijpenstrootje (Molinia), zegge (Carex) en prachtriet (Miscanthus).
De juiste plek
Natuurlijk is het wel belangrijk dat de gekozen soorten passen bij de standplaats. Hiervoor moet van te voren gekeken worden naar de grondsoort, hoeveelheid zon en de vochtigheid van de bodem. Als de juiste plant op de juiste plek staat zal er een gezonde en probleemloze beplanting ontstaan die minstens 10 jaar lang mooi blijft.
De vaste planten kunnen gebruikt worden in grote groepen of in mengsels. Het is in ieder geval de bedoeling dat er zo snel mogelijk een aaneengesloten beplanting ontstaat, zodat onkruid geen kans krijgt. Door de juiste combinaties te maken komen de planten nog beter uit. Kijk hierbij naar de bloemkleur, de bladkleur en de vorm van bladeren en bloemen.
Het planten
Vaste planten kunnen het hele jaar door geplant worden, mits het niet vriest. Zowel het najaar als het voorjaar is een geschikte tijd om vaste planten in de grond te zetten. Vanaf maart, als de grond op gaat warmen, beginnen de vaste planten te bloeien. De eerste soorten vertonen hun bloemen al in april, de laatste bloeien door tot aan de eerste nachtvorsten in oktober. Gemiddeld worden 7 planten per vierkante meter aangehouden. Voor kleine soorten geldt gemiddeld 9-11 en voor grote soorten 3-5 per vierkante meter. De vaste planten kunnen in het vroege voorjaar met een mulchmachine of strimmer afgemaaid worden.
Enkele geslaagde combinaties:
- Kattekruid (Nepeta), brandkruid (Phlomis) en lampenpoetsergras (Pennisetum)
- Duizendknoop (Persicaria), gele zonnehoed (Rudbeckia) en vetkruid (Sedum ‘Herbstfreude’)
- Kalimeris, duizenknoop (Persicaria) en herfstanemone (Anemone)
- Kruipend vetkruid (Sedum spurium), brandkruid (Phlomis) en pijpenstrootje (Molinia)